zonnebadend

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zon·ne·ba·dend
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen zonnebadend
verbogen zonnebadende

Bijvoeglijk naamwoord

zonnebadend

  1. bezig met het nemen van een zonnebad
    • De zonnebadende strandgasten genoten van het mooie weer. 

Werkwoord

vervoeging van
zonnebaden

zonnebadend

  1. onvoltooid deelwoord van zonnebaden
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.