zondigt

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zonĀ·digt

Werkwoord

vervoeging van
zondigen

zondigt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zondigen
    • Jij zondigt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zondigen
    • Hij zondigt. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van zondigen
    • Zondigt! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.