zevenhonderdendertig

Nederlands

0730
zevenhonderdendertig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • ze·ven·hon·derd·en·der·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

zevenhonderdendertig

  1. "730", langere vorm van zevenhonderddertig, zevenhonderd plus dertig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft zevenhonderdendertig euro en vijftig cent opgebracht. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot zevenhonderdendertig. 
Synoniemen
  • zevenhonderddertig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "zevenhonderdendertig" wordt zelden gebruikt)[1][2]
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • zevenhonderdendertigste

hooftelwoord samengesteld met "zevenhonderdendertig" ht als linkerdeel

  • zevenhonderdendertigduizend

Gangbaarheid

  • Het woord 'zevenhonderdendertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.