zeshonderdennegentig

Nederlands

0690
zeshonderdennegentig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • zes·hon·derd·en·ne·gen·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

zeshonderdennegentig

  1. "690", langere vorm van zeshonderdnegentig, zeshonderd plus negentig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft zeshonderdennegentig euro en vijftig cent opgebracht. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot zeshonderdennegentig. 
Synoniemen
  • zeshonderdnegentig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "zeshonderdennegentig" wordt zelden gebruikt)[1][2]
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • zeshonderdennegentigste

hooftelwoord samengesteld met "zeshonderdennegentig" ht als linkerdeel

  • zeshonderdennegentigduizend

Gangbaarheid

  • Het woord 'zeshonderdennegentig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.