zei voor

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zei voor
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voorzeggen

zei voor

  1. enkelvoud verleden tijd van voorzeggen
    • Ik zei voor. 
    • Jij zei voor. 
    • Hij, zij, het zei voor. 

Gangbaarheid

  • Het woord zei voor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.