zakkerig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zak·ke·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van zak met het achtervoegsel -erig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen zakkerigzakkerigerzakkerigst
verbogen zakkerigezakkerigerezakkerigste
partitief zakkerigszakkerigers-

Bijvoeglijk naamwoord

zakkerig

  1. (pejoratief) weinig aantrekkelijk, sullig, beroerd
    • Wat een zakkerige ambtenaar is dat toch! 

Gangbaarheid

  • Het woord zakkerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.