woonde scheef
Nederlands
Woordafbreking
- woon·de scheef
Woordherkomst en -opbouw
- uit woonde (werkwoord) en scheef (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
scheefwonen |
woonde (…) scheef
- enkelvoud verleden tijd van scheefwonen
- Ik woonde scheef.
- Jij woonde scheef.
- Hij, zij, het woonde scheef.
- Ik woonde scheef.
Gangbaarheid
- Het woord woonde scheef staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.