wireless
Nederlands
Woordafbreking
- wire·less
Bijvoeglijk naamwoord
wireless
- verbonden via een antenne, niet via een kabel
- PCS is een van de vele technologieën is die op dit moment worden uitgetest voor wireless applicaties. [1]
Zelfstandig naamwoord
wireless m / v
- draadloos internet
- Dat surfen slecht is voor de literaire productiviteit is geen groot nieuws: Kluun zonderde zich af in de leegstaande zolder boven uitgeverij Podium om zich op Haantjes te concentreren, Mariët Meester schreef al haar boeken in haar televisie- en internetvrije woonwagen en dat eerste meesterwerk van mij kwam ter wereld in een pub in Notting Hill waar men niet in wireless gelooft. [2]
Gangbaarheid
- Het woord wireless staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wireless' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "Waarnemend-directeur waarschuwde al begin april dat Fabela niet in voordeel Setar is" in: Amigoe jrg. 112 nr. 207 (6 september 1995); p. 6 kol. 1; geraadpleegd 2018-01-03
- Klaassen, D. "DANGER. Keep Out. Hazardous Building." in: Vooys. jrg. 29 nr. 3 (oktober 2011) Stichting Tijdschrift Vooys, Utrecht; p. 59; geraadpleegd 2018-01-03
Engels
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van wire ("metaaldraad") met het achtervoegsel -less.
stellend | vergrotend | overtreffend |
---|---|---|
wireless | - | - |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.