win terug
Nederlands
Woordafbreking
- win teĀ·rug
Werkwoord
vervoeging van |
---|
terugwinnen |
win terug
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugwinnen
- Ik win terug.
- gebiedende wijs van terugwinnen
- Win terug!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugwinnen
- Win je terug?
Gangbaarheid
- Het woord win terug staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.