wildplasser
Nederlands
Woordafbreking
- wild·plas·ser
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van wildplassen met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wildplasser | wildplassers |
verkleinwoord | wildplassertje | wildplassertjes |
Zelfstandig naamwoord
wildplasser m
- iemand die urineert in de openbare ruimte zonder gebruik te maken van daartoe bestemde voorzieningen
- Inwoners Hamburgse wijk pakken wildplassers aan met waterafstotende verf [1]
Gangbaarheid
- Het woord wildplasser staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wildplasser' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.