wervelt

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wer·velt

Werkwoord

vervoeging van
wervelen

wervelt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wervelen
    • Jij wervelt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wervelen
    • Hij wervelt. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van wervelen
    • Wervelt! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.