werp

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • werp

Werkwoord

vervoeging van
werpen

werp

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van werpen
    • Ik werp. 
  2. gebiedende wijs van werpen
    • Werp! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van werpen
    • Werp je? 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.