wentelde af
Nederlands
Woordafbreking
- wen·tel·de af
Werkwoord
vervoeging van |
---|
afwentelen |
wentelde af
- enkelvoud verleden tijd van afwentelen
- Ik wentelde af.
- Jij wentelde af.
- Hij, zij, het wentelde af.
- Ik wentelde af.
Gangbaarheid
- Het woord wentelde af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.