wekenlang

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • we·ken·lang
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen wekenlang
verbogen wekenlange
partitief wekenlangs

Bijvoeglijk naamwoord

wekenlang

  1. Iets met een tijdsduur van weken.
    • Met een gebroken arm kun je wekenlang niet zwemmen. 

Gangbaarheid

  • Het woord wekenlang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.