wekenlang
Nederlands
Woordafbreking
- we·ken·lang
Bijvoeglijk naamwoord
wekenlang
- Iets met een tijdsduur van weken.
- Met een gebroken arm kun je wekenlang niet zwemmen.
Gangbaarheid
- Het woord wekenlang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wekenlang' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.