wegdoezelen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weg·doe·ze·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wegdoezelen
doezelde weg
weggedoezeld
zwak -d volledig

Werkwoord

wegdoezelen

  1. ergatief in slaap dreigen te vallen
    • Hij zat weg te doezelen achter het stuur en besloot een hotelletje te zoeken. 

Gangbaarheid

  • Het woord wegdoezelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.