weeklaag
Nederlands
Woordafbreking
- wee·klaag
Werkwoord
vervoeging van |
---|
weeklagen |
weeklaag
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weeklagen
- Ik weeklaag.
- gebiedende wijs van weeklagen
- Weeklaag!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van weeklagen
- Weeklaag je?
Gangbaarheid
- Het woord weeklaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.