weekenden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • week·en·den

Zelfstandig naamwoord

weekenden mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord weekend
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord weekenden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Deens

Woordafbreking
  • week·en·den
Naar frequentie 2380

Zelfstandig naamwoord

weekenden, g

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van weekend
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.