weck
Nederlands
Woordafbreking
- weck
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wecken |
weck
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wecken
- Ik weck.
- gebiedende wijs van wecken
- Weck!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wecken
- Weck je?
Gangbaarheid
- Het woord weck staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'weck' herkend door:
50 % | van de Nederlanders; |
26 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.