waringin
Nederlands
Woordafbreking
- wa·rin·gin
Zelfstandig naamwoord
waringin m
- (plantkunde) benaming voor bomen met een brede kroon en veel steltwortels uit het geslacht Ficus
, in het bijzonder voor de Ficus benjamina
- Op een van de plaatsen waar we aanlegden zag ik voor het eerst weer een waringin. Ik holde er naar toe. Een waringin kon honderden jaren oud worden. Het was een omvangrijke boom met lange, afhangende luchtwortels en met inhammen in de stam, waar je als kind verstoppertje in kon spelen. Voor mij was deze boom het symbool van Indonesië geworden; de sterke boom die daar nog steeds stond, die alles had meegemaakt en die alles wist. [3]
Gangbaarheid
- Het woord waringin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'waringin' herkend door:
9 % | van de Nederlanders; |
5 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.