waringin

Nederlands

1. Een waringin bij het paleis van de sultan in Yogyakarta .
Uitspraak
  • Geluid:  waringin    (hulp, bestand)
  • IPA: /waˈrɪŋɪn/
Woordafbreking
  • wa·rin·gin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord waringin waringins
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

waringin m

  1. (plantkunde) benaming voor bomen met een brede kroon en veel steltwortels uit het geslacht Ficus , in het bijzonder voor de Ficus benjamina
    • Op een van de plaatsen waar we aanlegden zag ik voor het eerst weer een waringin. Ik holde er naar toe. Een waringin kon honderden jaren oud worden. Het was een omvangrijke boom met lange, afhangende luchtwortels en met inhammen in de stam, waar je als kind verstoppertje in kon spelen. Voor mij was deze boom het symbool van Indonesië geworden; de sterke boom die daar nog steeds stond, die alles had meegemaakt en die alles wist. [3]
Synoniemen
  • treurvijg

Gangbaarheid

  • Het woord waringin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
9 %van de Nederlanders;
5 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.