wanen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·nen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘zich verbeelden’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 901 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
wanen
waande
gewaand
zwak -d volledig

Werkwoord

wanen

  1. wederkerend zich ~: zich iets inbeelden wat niet waar is; een onterechte veronderstelling
    • Hij waande zich in de zevende hemel. 
    • Het voetbalteam waande zich veilig na de 2-0 voorsprong. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

wanen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord waan

Gangbaarheid

  • Het woord wanen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.