wanden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wan·den

Zelfstandig naamwoord

wanden mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord wand

Werkwoord

vervoeging van
wannen

wanden

  1. meervoud verleden tijd van wannen
    • Wij wanden. 
    • Jullie wanden. 
    • Zij wanden. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.