waas

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • waas
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘nevelsluier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1817 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord waas wazen
verkleinwoord waasje waasjes

Zelfstandig naamwoord

waas o

  1. een vage weerschijn die over een voorwerp ligt
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord waas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.