waas
Nederlands
Woordafbreking
- waas
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘nevelsluier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1817 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | waas | wazen |
verkleinwoord | waasje | waasjes |
Zelfstandig naamwoord
waas o
- een vage weerschijn die over een voorwerp ligt
Gangbaarheid
- Het woord waas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'waas' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.