waai op

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • waai op
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
opwaaien

waai op

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opwaaien
    • Ik waai op. 
  2. gebiedende wijs van opwaaien
    • Waai op! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opwaaien
    • Waai je op? 

Gangbaarheid

  • Het woord waai op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.