vuilak

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vui·lak
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘smeerpoets’ voor het eerst aangetroffen in 1568 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord vuilak vuilakken
verkleinwoord vuilakje vuilakjes

Zelfstandig naamwoord

vuilak m

  1. (informeel) iemand die onhygiënisch vies is
  2. (scheldwoord) iemand die gemene streken uithaalt

Gangbaarheid

  • Het woord vuilak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
69 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.