vrijspraken
Nederlands
Woordafbreking
- vrij·spra·ken
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vrijspreken |
vrijspraken
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van vrijspreken
- ...dat wij vrijspraken.
- ...dat jullie vrijspraken.
- ...dat zij vrijspraken.
- ...dat wij vrijspraken.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.