voortvluchtig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voort·vluch·tig
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vluchtend’ voor het eerst aangetroffen in 1516 [1]
  • Afgeleid van voortvluchten met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen voortvluchtigvoortvluchtigervoortvluchtigst
verbogen voortvluchtigevoortvluchtigerevoortvluchtigste
partitief voortvluchtigsvoortvluchtigers-

Bijvoeglijk naamwoord

voortvluchtig

  1. op de vlucht om zich te onttrekken aan iets, bijv. een gevangenisstraf

Gangbaarheid

  • Het woord voortvluchtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.