vomit

Engels

Uitspraak
vervoeging
onbepaalde wijs to vomit
he/she/it vomits
verleden tijd vomited
voltooid
deelwoord
vomited
onvoltooid
deelwoord
vomiting
gebiedende wijs vomit

Werkwoord

vomit

  1. braken, overgeven
  1. «Shocked by the horrendous scene he could not stop himself from vomiting
    Geschokt door het afgrijselijk schouwspel kon hij zich niet ervan weerhouden over te geven.


enkelvoud meervoud
vomit -

Zelfstandig naamwoord

vomit

  1. braaksel
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.