volgroeit
Nederlands
Woordafbreking
- vol·groeit
Werkwoord
vervoeging van |
---|
volgroeien |
volgroeit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volgroeien
- Jij volgroeit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volgroeien
- Hij volgroeit.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van volgroeien
- Volgroeit!
Verwante begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
volgroeien |
volgroeit
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volgroeien
- ... dat jij volgroeit.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volgroeien
- ... dat hij volgroeit.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.