volbrengt
Nederlands
Woordafbreking
- volĀ·brengt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
volbrengen |
volbrengt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volbrengen
- Jij volbrengt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volbrengen
- Hij volbrengt.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van volbrengen
- Volbrengt!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.