vingert

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vinĀ·gert

Werkwoord

vervoeging van
vingeren

vingert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vingeren
    • Jij vingert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vingeren
    • Hij vingert. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van vingeren
    • Vingert! 

Gangbaarheid

  • Het woord vingert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.