vierhonderdentien
Nederlands
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
0 | 4 | 1 | 0 |
vierhonderdentien,
op een abacus
op een abacus
Woordafbreking
- vier·hon·derd·en·tien
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende samenstelling van vierhonderd ht, en vw en tien ht
Hoofdtelwoord
vierhonderdentien
- "410", langere vorm van vierhonderdtien, vierhonderd plus tien
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft vierhonderdentien euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot vierhonderdentien.
Synoniemen
- vierhonderdtien (deze kortere vorm wordt meer gebruikt)[1][2]
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
- vierhonderdentiende
hooftelwoord samengesteld met "vierhonderdentien" ht als linkerdeel
- vierhonderdentienduizend
Gangbaarheid
- Het woord 'vierhonderdentien' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- Haeseryn, W. e.a. "7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden" in: Algemene Nederlandse Spraakkunst (1997) op website: ans.ruhosting.nl; onder 2 [2]; geraadpleegd 2018-12-06
- Tweeduizend zes / tweeduizend en zes op website Nederlandse Taalunie: taaladvies.net; geraadpleegd 2018-12-06
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.