vezen aan

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • veĀ·zen aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanvijzen

vezen (...) aan

  1. meervoud verleden tijd van aanvijzen
    • Wij vezen aan. 
    • Jullie vezen aan. 
    • Zij vezen aan. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.