vestiaire

Nederlands

vestiaire
Uitspraak
Woordafbreking
  • ves·ti·ai·re
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘garderobe’ voor het eerst aangetroffen in 1914 [1]
  • uit het Frans [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord vestiaire vestiaires
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

vestiaire m [3]

  1. een plaats in een theater of andere openbare gelegenheid waar men zijn jas kan laten ophangen en een tas kan laten bewaren
    • 'Rugzakken en handtassen in de vestiaire. Plastic beschermhoesjes rond de schoenen. Niets aanraken, niets fotograferen. Ja, u mag een pen en notitieblokje meenemen, maar let op dat uw pen nergens tegenaan zit. Sorry dat ik zo streng moet zijn, maar het is allemaal erg kwetsbaar.'[4] 
    • Bij de Matinee kwamen in plaats van statuszoekers mensen met liefde voor muziek die samen met hun jas ook inkopen van de HEMA in de vestiaire achterlieten.[5] 
Synoniemen
Hyponiemen
  • gsm-vestiaire
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord vestiaire staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.