verzwikken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·zwik·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
verzwikken
verzwikte
verzwikt
zwak -t volledig

Werkwoord

verzwikken

  1. een gewricht [meestal de enkel} door een ongeluk te ver buigen zodat het beschadigd raakt
    • Tijdens het wandelen verzwikte hij zijn enkel omdat hij in een kuil stapte. 

Gangbaarheid

  • Het woord verzwikken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.