verzamel
Nederlands
Woordafbreking
- ver·za·mel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verzamelen |
verzamel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzamelen
- Ik verzamel.
- gebiedende wijs van verzamelen
- Verzamel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verzamelen
- Verzamel je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.