verstaander

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·staan·der
Woordherkomst en -opbouw
  • naamwoord van handeling van verstaan met het achtervoegsel -der
enkelvoud meervoud
naamwoord verstaander verstaanders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

verstaander m

  1. iemand die niet alleen maar goed kan horen maar ook goed kan begrijpen wat je zegt
    • Jan Smit was vorige week te gast in Studio Voetbal, helaas deed hij iets te bijdehand. Tijdens de interessante uitzending werden er voor de goede verstaander mogelijke pijnpunten duidelijk.[1] 
    • Soms schrijft hij er column over voor De Financiële Telegraaf. Dat doet hij omfloerst, rekenend op de goede verstaander. Hij spreekt als analist, een van de vele meningen. Akzo, DSM, Shell en ASML hebben een OK-Score 1 of 2, de overige zijn bank- of verzekeringsaandelen of niet goed genoeg.[2] 
Uitdrukkingen en gezegden
  • een goed verstaander heeft maar een half woord nodig
iemand die goed kan luisteren hoef je niet zoveel uit te leggen voordat hij je begrijpt
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord verstaander staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. de Telegraaf TON BOOT 18 september 2017
  2. de Telegraaf WILLEM OKKERSE 19 april 2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.