verplaatst

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·plaatst
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van verplaatsen: de stam met de uitgang -t, zonder ge- vanwege voorvoegsel

Werkwoord

vervoeging van
verplaatsen

verplaatst

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verplaatsen
    • Jij verplaatst. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verplaatsen
    • Hij verplaatst. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van verplaatsen
    • Verplaatst! 
  4. voltooid deelwoord van verplaatsen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.