verkaufen
Duits
Woordafbreking
- ver·kau·fen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verkaufen |
verkaufte |
(hat) verkauft |
zwak | volledig | onscheidbaar |
Werkwoord
verkaufen
- overgankelijk (beursjargon) aanlappen (verkopen van een aandeel, optie, future of een ander op de beurs verhandeld product)
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.