verhuring
Nederlands
Woordafbreking
- ver·hu·ring
Zelfstandig naamwoord
verhuring v [1]
- het verhuren van iets
- De gemeente stelt de woningcorporatie voor om tot een gevarieerdere samenstelling van bewoners in het buurtje te komen. De gesprekken die voor verhuring plaatshebben moeten er dan ook toe leiden dat nieuwe huurders goed 'landen' in hun nieuwe woonomgeving. Domijn denkt zo bovendien vooraf een beter beeld te hebben van de nieuwe huurders. [2]
- Niet alleen zijn een op de vijf aanvragen voor een woning afgewezen, volgens het COS heeft de maatregel ook een ontmoedigend effect op mensen van buiten de stad. In 2003 kwam nog 45 procent van de nieuwe huurders van buiten, in de afgelopen maanden was dat maar 22 procent. De woningbouwverenigingen verhuren in de experimentgebieden meer aan ’hogere’ inkomens. In het corporatiebezit heeft zich een duidelijke verschuiving voorgedaan van verhuring aan mensen onder de 120 procent naar mensen met een hoger inkomen. [3]
Gangbaarheid
- Het woord verhuring staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verhuring' herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia 29-12-17 Nieuwe huurders van 't Kempke in Haaksbergen moeten eerst op gesprek
- Reformatorisch Dagblad 02-09-2005 Minder kansarmen in Rotterdamse probleemwijken
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.