vergrootte uit
Nederlands
Woordafbreking
- ver·groot·te uit
Woordherkomst en -opbouw
- uit vergrootte (werkwoord) en uit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
| vervoeging van |
|---|
| uitvergroten |
vergrootte uit
- enkelvoud verleden tijd van uitvergroten
- Ik vergrootte uit.
- Jij vergrootte uit.
- Hij, zij, het vergrootte uit.
- Ik vergrootte uit.
Gangbaarheid
- Het woord vergrootte uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.