verbroederde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·broe·der·de

Werkwoord

vervoeging van
verbroederen

verbroederde

  1. enkelvoud verleden tijd van verbroederen
    • Ik verbroederde. 
    • Jij verbroederde. 
    • Hij, zij, het verbroederde. 

Deelwoord

verbroederde

  1. verbogen vorm van het voltooid deelwoord verbroederd van verbroederen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.