verbroeder
Nederlands
Woordafbreking
- ver·broe·der
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verbroederen |
verbroeder
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbroederen
- Ik verbroeder.
- gebiedende wijs van verbroederen
- Verbroeder!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbroederen
- Verbroeder je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.