verbindt

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·bindt

Werkwoord
vervoeging van
verbinden

verbindt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbinden
    • Jij verbindt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verbinden
    • Hij verbindt. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van verbinden
    • Verbindt! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.