verantwoord
Nederlands
Woordafbreking
- ver·ant·woord
Woordherkomst en -opbouw
- stam van het werkwoord verantwoorden
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | verantwoord | verantwoorder | verantwoordst |
verbogen | verantwoorde | verantwoordere | verantwoordste |
partitief | verantwoords | verantwoorders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
verantwoord
- goed overwogen en veilig
Werkwoord
vervoeging van |
---|
verantwoorden |
verantwoord
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verantwoorden
- Ik verantwoord.
- gebiedende wijs van verantwoorden
- Verantwoord!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van verantwoorden
- Verantwoord je?
- voltooid deelwoord van verantwoorden
Gangbaarheid
- Het woord verantwoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verantwoord' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.