valium
Nederlands
Woordafbreking
- va·li·um
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘kalmeringsmiddel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1976 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | valium | valiums |
verkleinwoord | valiumpje | valiumpjes |
Zelfstandig naamwoord
valium o
- (medisch) een kalmerend middel, 7-chloro-1,3-dihydro-1-methyl-5-fenyl-1,4-benzodiazepin-2(3H)-on
- Hij was aan valium verslaafd.
Gangbaarheid
- Het woord valium staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'valium' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.