uniseks
Nederlands
Woordafbreking
- uni·seks
Bijvoeglijk naamwoord
uniseks [1]
- met name voor kleding: hetzelfde voor man en vrouw
- De uniseks sokken met kerstmotief, gemaakt in Frankrijk, kosten 25 euro per paar. En de foto, die zou wel eens de kerstkaart van het koppel kunnen zijn.[2]
- Het klinkt misschien absurd, maar het is minder ver van ons bed dan het lijkt. Genderneutraliteit is ook in Nederland in opmars. De uniseks-toiletten duiken op steeds meer plaatsen op, maar ook ons taalgebruik moet eraan geloven. Vorig jaar introduceerde het Transgender Netwerk Nederland onzijdige voornaamwoorden. Non-binaire mensen zouden we aan moeten duiden met een meervoudsvorm: Sacha stapt op hun fiets. Hen wil naar de stad fietsen.[3]
- Het uniseks silhouet is niet al te ingewikkeld en de kledingstukken hebben net genoeg in het oog springende details om op te vallen en herkend te worden.[4]
Gangbaarheid
- Het woord uniseks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uniseks' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Standaard 06/DECEMBER/2017
- Tubantia Deborah Jongejan 28-07-17
- Volkskrant Bregje Lampe 9 september 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.