uitstrekt

Nederlands

Uitspraak

Geluid: uitstrekt (hulp, bestand)

Woordafbreking

uit·strekt

Werkwoord

vervoeging van
uitstrekken

uitstrekt

(in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstrekken
- ... dat jij uitstrekt.
(in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstrekken
- ... dat hij uitstrekt.

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.