🔍
🏠
WikiWoordenboek
🎲
uitpraat
Nederlands
Uitspraak
Geluid:
uitpraat
(
hulp
, bestand)
Woordafbreking
uit·praat
Werkwoord
vervoeging van
uitpraten
uitpraat
(in een bijzin)
eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
uitpraten
... dat ik
uitpraat
.
(in een bijzin)
tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
uitpraten
... dat jij
uitpraat
.
(in een bijzin)
derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
uitpraten
... dat hij
uitpraat
.
This article is issued from
Wiktionary
. The text is licensed under
Creative Commons - Attribution - Sharealike
. Additional terms may apply for the media files.