uitoefent
Nederlands
Woordafbreking
- uit·oe·fent
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitoefenen |
uitoefent
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitoefenen
- ... dat jij uitoefent.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitoefenen
- ... dat hij uitoefent.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.