uitlevering
Nederlands
Woordafbreking
- uit·le·ve·ring
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van uitleveren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | uitlevering | uitleveringen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
uitlevering v
- de overdracht van een gevangene naar een andere autoriteit
- Nadat hij de afluisterpraktijken van de NSA had blootgelegd, vreesde Edward Snowden voor uitlevering aan de Verenigde Staten.
Gangbaarheid
- Het woord uitlevering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitlevering' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.